De Paardenkrant publiceerde vrijdag 1 april een artikel over Quinto II van Bessemeind's (v. Quasimodo Z) naar aanleiding van zijn optreden op Indoor Brabant.
Lees de tekst hieronder:
QUINTO II MAAKT FOKKER AD GOEIJERS TROTS
GILZE – “Ik zeg altijd: ‘Van een appelboom vallen nooit peren. Hooguit een rotte appel, maar niet iets anders’. Zo is het met Quasimodo Z ook. Die hengst zit genetisch zo voortreffelijk in elkaar, daar moeten wel goede springpaarden van komen”, vertelt Ad Goeijers uit Gilze. Quinto II van Bessemeinds illustreerde dat afgelopen zondag. Hij werd zondag met gelegenheidsamazone Katie McVean tweede in de Indoor Brabant Prijs op 1,50-m-niveau.
Quinto II is om vier redenen bijzonder voor Ad Goeijers. Het is zijn eerste fokproduct dat internationaal springt, hij komt uit de eerste jaargang van zijn paradepaardje Quasimodo Z, hij is geboren na embryotransplantatie en hij heeft een volbloed als moeder.
Quinto II was als veulen al bijzonder, herinnert de fokker zich. “Ik wist dat het een heel goed paard ging worden. Dat liet hij bij het vrijspringen al zien. Altijd de kont eruit, veel vermogen en snel in het voorbeen. Ik heb hem als 2,5-jarige nog voorgesteld op de NRPS-hengstenkeuring, maar toen was hij jeugdig, zoals veel Quasimodo’s op die leeftijd. Bovendien mat hij 1,62 m. Niet te groot dus, terwijl hij dat nu wel is.”
Volbloed
Op vijfjarige leeftijd werd Quinto II verkocht aan Omer Karaevli, die een jaar geleden een deel verkocht aan Mario en Mischa Everse. Het springpaard ontwikkelde zich zonder problemen richting internationaal niveau. “Op zevenjarige leeftijd won Quinto II al een vijfde prijs in een wereldbekerwedstrijd in Turkije”, weet Goeijers te vertellen. Zijn moeder, een volbloedmerrie van Statesman Magna x Graf Magna, kocht hij bij de buurman. “Zij werd het eerste internationale springpaard van Morten Djupvik. Ze haalde het 1,40 m. Het was een echte volbloed om te zien, ze neigde naar het rijpaardtype. Ze was niet heel groot en had niet alle vermogen, maar wel een super instelling. Ik fokte er via embryotransplantatie twee veulens uit. Eén vertrok naar Noorwegen, de ander is Quinto. Met 54 procent volbloed in de pedigree van Quasimodo en 100 procent via zijn moeder, voert Quinto meer dan driekwart volbloed. Zijn moeder heb ik als springpaard verkocht naar Japan.”
Quinto II is één van de eerste veulens van Quasimodo Z. Als niet-goedgekeurde hengst werd hij voor een aantal merries gebruikt. Dat leverde in 2002 achttien veulens op, waarvan er negen 1,45 m en hoger springen. Ad Goeijers houdt op zijn website een bestandje bij met sportgegevens van Quasimodo-kinderen en dat liegt er niet om. “Het kan haast niet anders met zulke ouders”, is Goeijers overtuigd.
Echt boos
De vastgoedhandelaar kocht Quasimodo als drie maanden oud veulen bij Sietse van Dellen, die grote successen boekt met de Loma-stam. Later kreeg Goeijers grootmoeder Itoloma (Libero H x Ramiro x Lucky Boy xx x Farn x Wagner) in handen. “En uiteindelijk ook Quasimodo’s moeder, Carthago-merrie Caloma Z, die internationaal Grand Prix sprong met James Davenport. Ik had twaalf veulens aan Davenport verkocht en vroeg of ik Caloma van hem kon overnemen. Toen hij geld vroeg, sloeg ik meteen toe. Ze waren daar thuis echt boos over, maar de handel ging wel door en zo ben ik mijn fokkerij begonnen.”
Caloma Z heeft met Morten Djupvik ook internationale successen geboekt. “Ze sprong op Indoor Goes dubbel nul, terwijl ze zeven maanden drachtig was. Tijdens het embryo spoelen was er één blijven zitten van de hengst Gem of India. Drie weken nadat het veulen gespeeld was, nam Morten haar alweer mee naar Indoor Maastricht. Ze voelt zo super aan, zei hij. Ze reden op vrijdagavond het 1,50 m binnen en wonnen.”
Quasimodo’s grootmoeder Itoloma heeft ook meer in haar mars dan het 1,30-m-niveau dat achter haar naam staat. “Ze was al drie jaar niet meer gereden toen we haar wilden laten zien in een hengstenshow bij Bartels. Een paar weken daarvoor pakten we haar op. Op de show sprong ze zo een oxer van 1,55 bij 1,70 meter. Echt ongelooflijk.”
Gek op nakomelingen
Zowel van Caloma Z als Itoloma verwacht Goeijers veulens van de eigen hengst Con Polydor (Converter x Polydor), kampioen van de ZfdP-keuring 2009 en goedgekeurd bij het NRPS en in Oldenburg. Quasimodo Z is goedgekeurd bij het NRPS en AES en werd in januari erkend bij het KWPN. “Ik had Quasimodo Z nooit proberen voor te stellen bij het KWPN. Je hoort vaak dat verhaal over dat lange, gebogen achterbeen dat hij vererft. Maar ze konden nu niet anders dan hem nemen. Hij heeft op 1,50-m-niveau gesprongen en zijn fokresultaten zijn geweldig. Hij stempelt qua type naar zijn moeder Caloma. Zijn nakomelingen zijn redelijk grote, lang gelijnde paarden met veel gummi en vermogen. Er komt nu een ander type fokker op af. In het begin dekte hij alleen in de buurt en bij Sietse van Dellen. Nu maken de echte fokkers ook gebruik van hem. Handelaren zijn gek op zijn nakomelingen. Paul Hendrix, Eric van der Vleuten, John Steeghs… Dat zijn mannen die er achteraan gaan. Ik heb zelf bijna geen vijfjarige Quasimodo meer en binnenkort komt een klant over die drie of vier nakomelingen wil hebben. Ze zeggen dat veulens niet veel meer waard zijn, maar ik heb er vier aan huis verkocht voor meer dan veilingprijzen. Dat zegt wel wat.”
Ad Goeijers ziet de toekomst zonnig in. Hij heeft dit jaar al zeventig overeenkomsten opgesteld met fokkers die gebruik willen maken van Quasimodo Z. De hengst is voorlopig teruggetrokken uit de sport om helemaal in dienst te staan van de fokkerij. Reclame maken zijn kinderen wel. Vorige week won zoon Armstrong van de Kapel (mv. Farn) het hengstenspringen in België en was hij competitiewinnaar, afgelopen weekend vlamde Quinto II op Indoor Brabant. “Wat zal het volgende week zijn?”, lacht Ad Goeijers.